Preparateur Natuurmuseum Fryslân werkt aan griend
4 februari 2013
Preparateur Natuurmuseum Fryslân werkt aan griend
In 2006 spoelde op het strand van Schiermonnikoog een griend aan, een zeezoogdier behorend tot de walvisachtigen. Een team van Natuurmuseum Fryslân heeft het dier opgehaald met de bedoeling de griend als skelet te prepareren om later tentoongesteld te worden voor publiek. In de afgelopen jaren is er met regelmaat aan het dier gewerkt. De botten zijn nu helemaal schoongemaakt en ontvet, waardoor nu de tijd van het monteren is aangebroken, een activiteit waarbij het publiek van harte uitgenodigd is om mee te kijken.
Sieger Hellinga van de Balg-expres keek woensdag 24 mei 2006 wel even vreemd op toen hij ineens een groot karkas op het strand zag liggen. Het bleek een 4,90 meter lange griend te zijn. De griend behoort tot de dolfijnenfamilie en is herkenbaar aan de stompe kop. Ze leven in groepen bij elkaar en komen ook regelmatig in de Noordzee voor. Alhoewel ze vooral bekend zijn van massastrandingen in Nieuw-Zeeland, waarbij er honderden tegelijk kunnen aanspoelen, komt dit gelukkig in Nederland niet vaak voor. Maar ook één aangespoelde griend kan voor de nodige beroering zorgen.
Na melding van Hellinga is de gemeente Schiermonnikoog meteen in actie gekomen en heeft de dolfijn verplaatst naar het overslagstation bij de haven. Een team van het Natuurmuseum Fryslân reisde af naar het eiland om de griend op te halen. Ter plekke werd de dolfijn in mootjes worden gehakt om in bakken naar Leeuwarden vervoerd te worden. Wat volgde was een uitgebreid proces van schoonmaken en ontvetten onder leiding van preparateur Christiaan Walen. Hij heeft een ruime ervaring in het prepareren van (zee)dieren. Zo zijn de potvissen in Natuurmuseum Fryslân en verschillende bezoekerscentra op de Waddeneilanden van zijn hand. Ook werkt hij aan de onlangs op Texel aangespoelde potvis.
In Leeuwarden lag er heel wat werk op het team van het museum te wachten. Het prepareerproces begon met het verwijderen van het vlees. De botten gingen daarna in speciale bakken waar ze in een biotexsopje van 40 graden een paar weken werden geweekt. De enzymen in het wasmiddel zorgden ervoor dat ook de restanten van het vlees werden opgegeten. De schone botten werden hierna in een speciale ontvettingsmachine gedaan. Hierdoor is er minder last van stank en verkleuringen. Elke bundel botten ging, afhankelijk van de dikte, zo’n week in de ontvettingsmachine.
Het schoonmaken en ontvetten vond al eerder plaats en voornamelijk achter de schermen. Nu wordt begonnen aan de opbouw van het skelet waarbij de botten worden gemonteerd en met behulp van een stalen frame weer in originele vorm gebracht. De werkzaamheden vinden plaats in het Open Atelier. Het publiek kan daardoor de activiteiten op de voet volgen.
Het uiteindelijke resultaat zal te zien zijn in de Walviszaal van het Natuurmuseum. Daar zal de griend een mooie laatste rustplaats krijgen.