Duurzame doeners: tuinavonturier Nienke Plantinga
Duurzame doeners: tuinavonturier Nienke Plantinga
Tekst: Arda Pieterman
Duurzamer leven! Steeds meer Friezen zijn hier mee bezig. In deze serie geeft de FMF het woord aan inwoners uit Fryslân die bewust werken aan een lagere impact van hun leefstijl op de aarde. Lees over inspirerende voorbeelden en opinies en koers mee naar een circulaire economie. Een economie waarbij we slimmer en anders omgaan met grondstoffen en waarbij we meer in balans leven met de draagkracht van onze planeet. Deze keer een interview met Nienke Plantinga over avontuurlijk tuinieren, voedselbossen en samenwerken met de natuur.
De Indianenregel
Blossen op haar wangen, felle blauwe ogen. Aan haar keukentafel in Beetsterzwaag zit Nienke Plantinga, een vrouw die iets te vertellen heeft. Ze leeft en werkt volgens haar hart, en dat hart klopt voor onze aarde. ‘We moeten met de natuur meewerken.’
Nienke is eigenaar van Magnolia Tuinontwerp en schreef samen met Katja Staring het boek ‘Avontuurlijk tuinieren’, uitgegeven door de KNNV. Ze geeft lezingen en workshops. In Beetsterzwaag sloot ze zich aan bij de Bijenbrigade, wat leidde tot het opzetten van een voedselbos. In alles draagt zij de principes van de permacultuur uit. Dit is een wetenschap voor het ontwerpen van de menselijke leefomgeving op een manier die zowel ecologisch duurzaam als economisch stabiel is. Het uitgangspunt is: wat heeft de natuur nodig?
‘We moeten met de natuur meewerken.’
Ze legt uit dat je ook in je eigen tuin niet de enige eigenaar bent. Vogels vliegen af en aan, er scharrelen beestjes, de bodem wemelt van leven, insecten zoemen. Als je hier goed voor wilt zorgen, houd je rekening met de elementen. Zon, wind, water en bodem spelen de hoofdrol. Ook maak je gebruik van gelaagdheid. Het ‘dak’ bestaat uit bomen, maar er zijn ook lagen van kleinere bomen, struiken, klimplanten, kruiden, bodembedekkers, knollen en bollen en uiteraard de bodem zelf. Iedere laag levert iets op. Hoe natuurlijker je ontwerp, hoe minder er mis kan gaan. De balans herstelt zich vanzelf. Tuinieren is genieten, lui achteroverleunen, observeren en leren meebewegen. Een verzameling vervelende klusjes is het zeker niet. Laat ‘hoe het hoort’ maar los; een beetje slordigheid zorgt juist voor meer biodiversiteit.
Enthousiast vertelt ze over een salade van verse bloemen uit eigen tuin. ‘Dat is toch gewoon een feestje op je bord?’
Werk je met de natuur mee, dan kan ze soms grillig zijn, maar uiteindelijk zorgen voor overvloed. Een voedselbos wordt ontworpen op de toekomst: de bodem zal rijker worden en door de jaren heen steeds meer opleveren. Daarmee staat het haaks op de huidige landbouw, die de natuurlijke hulpbronnen juist uitput. ‘Achteruitboeren’, noemt zij dit. Ook mist ze de verbinding met het landschap. Waar zijn de boomsingels, de akkerranden en de overgangsgebieden, cruciaal voor een platteland dat bruist van leven? Daarnaast is de verbinding met de mensen zoek.
We zijn gewend geraakt aan dertig soorten melk, plofkip en jaarrond tomaten in de supermarkt. ‘Maar,’ zegt Nienke, ‘jij bent degene die bepaalt wat er in de winkel ligt, waar en hoe het geteeld wordt. Alles begint bij jou.’
Ze wil mensen inspireren om bewust te leven en met de seizoenen mee te eten. Mensen moeten dan wel kunnen zien wat er nú geproduceerd wordt. De bedoeling van het voedselbos is dat de mensen uit het dorp erbij betrokken raken. Haar droom is om alle inwoners van Beetsterzwaag te voeden met de opbrengst van lokale grond. Dan zou de kringloop van het dorp rond zijn, met volop ruimte voor eerlijk ondernemerschap, programma’s voor de scholen en voedseleducatie. Stel je voor dat mensen zouden leren om hun eten op een meer creatieve en intuïtieve manier op tafel te toveren. Dat ze zich verbonden weten met het landschap en, wie weet, met elkaar.
‘Laat ‘hoe het hoort’ maar los; een beetje slordigheid zorgt juist voor meer biodiversiteit.’
Het is Nienkes overtuiging dat als je goed voor jezelf en de ander zorgt, je ook goed voor de aarde zorgt. We zijn één; alles is verbonden. Momenteel is er een disbalans, maar het is ook een tijd van verandering. De huidige, op kwantiteit gerichte economie kan zo niet langer voortbestaan. De toekomst ligt bij ruilen en delen. En elke verandering begint bij jezelf. In de bossen rondom Beetsterzwaag ligt een hectare aan rijke humus te wachten op deze toekomst. Nienke staat er niet alleen voor: er hebben zich ruim veertig vrijwilligers aangemeld, een schat aan kennis, expertise en ideeën. Tegen de tijd dat er geoogst kan worden, zullen ze zich houden aan de Indianenregel voor overvloed. Een kwart is voor de plant. Een kwart is voor de natuurlijke passanten. Een kwart is voor de plukker. En de laatste kwart is voor de volgende plukker. Op naar de toekomst!