Duurzame doener: Julia Visser probeert het simpel te houden
Duurzame Doeners: Julia Visser probeert het simpel te houden
Tekst en foto: Jinke Hesterman
Duurzamer leven! Steeds meer Friezen zijn hier mee bezig. In deze serie geeft de FMF het woord aan inwoners uit Fryslân die bewust werken aan een lagere impact van hun leefstijl op de aarde. Lees over inspirerende voorbeelden en opinies en koers mee naar een circulaire economie. Een economie waarbij we slimmer en anders omgaan met grondstoffen en waarbij we meer in balans leven met de draagkracht van onze planeet. Deze keer een interview met Julia Visser over kleding en duurzaamheid.
Een tweede leven voor kleding
Als de uitspraak ‘’duurzaamheid begint bij jezelf’’ op iemand van toepassing is, dan is het wel op Julia Visser (30) uit Leeuwarden. Dat er aan een gracht in de Friese hoofdstad een winkel in second hand kleding is te vinden – ‘’Tweedehands klinkt zo ouderwets’’ – heeft alles te maken met haar eigen ontwikkeling, opvoeding en levensstijl. En natuurlijk, heel praktisch, met een winkelpand dat leeg stond, een huurbaas die haar ter wille was en een paar duizend euro spaargeld. ‘’Dit is een winkel waarvan ik had gewild dat die er was, toen ik jong was.’’
In de winkel heerst op de vroege ochtend een aangename rust. Om 12 uur verwacht ze pas de eerste klanten. Met een kop thee op tafel neemt Julia Visser alle tijd om haar verhaal te vertellen: dat ze lerares Engels was, een burn-out kreeg, en via coaching terugkeerde naar het plezier dat ze al op haar zestiende beleefde aan kringloopwinkels en Marktplaats.
Nadat ze van haar ouders in Urk een Christelijke opvoeding had meegekregen en leerde dat ze goed voor de wereld moest zorgen, confronteerde ze zichzelf met de vraag: wat is mijn impact? ‘’Ik was vroeger echt een shopaholic’’, bekent ze. ‘’Ook ik kocht 10 T-shirts voor €50.’’ Maar altijd knaagde er wel iets. Als vrijwilliger in een kringloopwinkel ervaarde ze dat tweedehands niet vies of oud hoeft te zijn, dat er mooie kanten zitten aan hergebruik, mits je de spullen aantrekkelijk presenteert. ‘’Toen ik een tijdje in Engeland woonde, heb ik in een charityshop gestaan. Ik ben een grote fan van dat soort winkels, maar je moet meestal in bakken graven om iets te vinden. Dat vinden mensen niet fijn, heb ik gemerkt.’’
Julia Visser besloot het na haar burn-out over een andere boeg te gooien. Dat ze iets met kleding zou gaan doen, lag voor de hand. Maar dan wel ‘’REGVERDIG’’, zo staat er in kapitalen op de gevel van haar winkel. Het Zuid-Afrikaanse woord geeft aan dat duurzaamheid van grotere betekenis is dan goed voor milieu of klimaat. Als het om kleding gaat, heeft duurzaamheid ook te maken met slechte arbeidsomstandigheden in de landen waar T-shirts, broeken, blouses en jurkjes doorgaans vandaan komen. ‘’Ik probeer te handelen vanuit een rechtvaardigheidsgevoel’’, zegt Julia.
‘’Wie bij mij naar binnen stapt, hoeft niets te overwinnen’’
‘’Maar’’, voegt ze er onmiddellijk aan toe, ‘’ik wil ook laten zien dat duurzaamheid heel simpel kan zijn. In mijn winkel probeer ik duurzaamheid toegankelijk te maken. Wie bij mij naar binnen stapt, hoeft geen drempels over. Ik probeer het idee weg te nemen dat je moeite moet doen om duurzaam te zijn, dat je iets in jezelf moet overwinnen, dat je er iets voor moet opgeven, alsof het een soort pijniging is. Ik ben zelf vegetariër, sinds m’n 20-ste. In het begin moest ik wel nadenken over wat ik at. Nu gaat dat vanzelf. Ik heb ook geen auto. Ik woon op vijf minuten fietsafstand van de winkel. Dat is ook een bewuste keus. Maar dat voelt niet als extra opgave. Ik hoop dat meer mensen er zo over gaan denken: dat het niet moeilijk is om duurzaam te gaan leven.’’
Het pand aan de gracht Over de Kelders werd haar min of meer in de schoot geworpen. Ze woonde erboven, de winkel stond leeg, ze kende de eigenaresse. ‘’Zij vond het wel een leuk idee en wilde me steunen met in de eerste periode een vriendschappelijke huurprijs. Zelf had ik nog een paar duizend euro spaargeld. Daarmee ben ik van start gegaan. In het begin was de omzet net genoeg om van te leven. Dan heb je het wel over een passie, ja. Maar het gaat steeds beter.’’
Inmiddels is ze ruim een jaar verder en kijkt ze verrast naar de verkoopcijfers. Jonge mensen – haar doelgroep is 17 tot eind 20, vooral meiden – weten haar te vinden als adres waar ze kleding kwijt kunnen waar ze op uitgekeken zijn en als plek waar ze ‘’iets nieuws’’ kunnen kopen. Aangemoedigd door een website als Vinted, die het imago van hergebruik een positieve wending heeft gegeven, komen haar klanten wat gemakkelijker bij haar binnen. Ze zijn vaak positief verrast, merkt Julia. En dat is goed voor de omzet. Er gaan inmiddels dagelijks zo’n dertig kledingstukken over de toonbank.
‘’Ik wil het lokale omarmen’’
Julia selecteert wat er binnenkomt. Twee derde neemt ze in de verkoop, een derde keurt ze af. De afgekeurde kledingstukken gaan terug naar de eigenaar. Het liefst zou ze zien dat alles gerecycled wordt, via een lokale kledingbank, zodat alle kleding op een of andere manier een tweede leven krijgt. ‘’Het is nooit mijn doel geweest om te ondernemen voor geld, maar omdat ik het leuk vind. Nu denk ik er wel over na om naar een groter pand te verhuizen. Het is zo druk de laatste tijd. En ik wil ook meer duurzame lifestyle producten gaan verkopen. Een vriendin van me heeft een keramiek-werkplaats met winkel, Studio Ierde. We willen de kledingwinkel en haar winkel te zijner tijd gaan samenvoegen. Ik verkoop nu ook zeep van olijfolie die is afgekeurd. De opbrengst gaat naar bootvluchtelingen. Het zijn lokaal gemaakte producten. Ik wil het lokale omarmen.’’
Die andersoortige producten geven de winkel een extra ‘’snuffelwaarde’’. Naast de rekken met T-shirts, blouses, rokjes en broeken staat ineens een schap met sieraden of leuke hebbedingetjes. Julia: ‘’Ik vind het heel leuk om mijn eigen creativiteit erop los te laten. Dat maakt het allemaal nog persoonlijker.’’
Meer informatie op https://regverdig.nl/