Martha Kootstra van Bij Buurman

Martha Kootstra van 'Bij Buurman'

Achter een strook pompoenen met enorme bladeren bloeit een rij dahlia’s in kleuren van roze tot wijnrood en geel. Daarachter wuiven pluimen venkelloof in fris grasgroen. De tuin van Martha Kootstra op de Himsterfinnen is als een boeket opgebouwd van structuren, kleuren en vooral: smaken.

Levend boeket van kleuren en smaken

Door Freya Zandstra

Vanuit de lucht is pas echt goed te zijn hoe kunstig en gevarieerd de tuin Bij Buurman is opgezet. In een cirkelvorm met taartpunten staan groenten en bloemen in een bont pallet door elkaar. Bij Buurman is een zelfoogsttuin met 60 leden die er naar hartelust hun groenten kunnen oogsten. De tuin gaat het derde seizoen in.

Zo divers en kleurrijk als de tuin boven de grond is, zo divers is de bodem ook. “Kijk, dit is al bijna zwarte aarde”, constateert Martha als ze het zeil van haar bokashiberg haalt. Hier bracht ze het hele seizoen al het organisch materiaal naar toe – van tuinafval tot kippenstront – en voegde er effectieve micro-organismen, kalk en kleimineralen aan toe. Nu het een paar maanden luchtdicht afgesloten geweest is, is donkere rulle grond het eindresultaat.

De tuin Bij Buurman voert de principes van regeneratieve landbouw door waar het maar kan. Door mest van eigen dieren te gebruiken, door overal variatie in beplanting te hanteren en door de bodem steeds begroeid te houden met levend dekgewas. Zo stonden de bedden deze winter vol met snijrogge en andere groenbemesters. Toen de ergste natitigheid voorbij was, knikte Martha de snijrogge en plantte het nieuwe goed tussen de resten. “Of dat werkt? Dat gaan we dit seizoen ontdekken.”

Alles voor de bodem

Martha heeft met haar man een melkveehouderijbedrijf in het buitengebied van Drachten. Als het boerderijtje van de buurman te koop aangeboden wordt, happen ze toe. Op de ruime erfkavel ontwerpt Martha haar tuin: Bij Buurman, dus.Eerder werkte ze bij Agriton, waarbij ze veel leerde over bodemverbetering. Zo komen haar ideeën over de bodem niet uit de lucht vallen. En er is dan ook geen mogelijkheid die ze onbenut laat om daar stappen in te zetten. “In het hok van onze drie varkens hebben we een soort potstal, waar we met effectieve micro-organismen heel snel mooi verteerde voeding van krijgen. En we kopen bladbokashi, voorheen hier bij onze eigen gemeente, tegenwoordig komt het wat verder weg – dat is een fantastische mulchlaag. Het helpt het vocht vasthouden en onderdrukt het onkruid.”

“Ik hou er rekening mee dat de bodem zo’n 5 tot 7 jaar nodig heeft om in balans te komen. We hebben vanaf het begin bodemanalyses gedaan en op grond daarvan sporenelementen toegevoegd in de vorm van Vulkamin, een lavameel, maar ook specifieke tekorten van bijvoorbeeld ijzer en mangaan aangevuld. Verder voeg ik zeeschelpenkalk toe voor de goede zuurgraad. En de dekgewassen en groenbemesters kies ik ook op wat de bodem nodig heeft. Behalve snijrogge gebruik ik boekweit, klaver en allerlei bloemen.”

“Ik hou er rekening mee dat de bodem zo’n 5 tot 7 jaar nodig heeft om in balans te komen en dit is ons derde seizoen.”

-

Regenboogwortels

“Groen houden is zo belangrijk: om kweekgras tegen te gaan zet ik bijvoorbeeld bij kolen een laagblijvende klaver zodat er voor kweek geen plaats is en natuurlijk om extra stikstof in de bodem te brengen.” Bij Buurman is een zelfoogsttuin en omdat alle soorten groente door elkaar staat, hebben de leden wel enig inzicht nodig om hun maaltje te plukken. “Veel bijzonderheden moeten mensen eerst leren kennen. Regenboogwortels bijvoorbeeld, die vond iemand zo apart, dat moest wel genetisch gemanipuleerd zijn. Terwijl het juist andersom is: de oranje wortels zijn meer gecultiveerd. Maar dat leggen we dan even uit. Je zelfoogst is de reclame: het moet er goed uitzien, mooi verzorgd.”

Met 2000m2 perceeloppervlak heeft Martha ruimte om voor zo’n 80 a 100 gezinnen groente te verbouwen. “Groter hoeft het voor mij ook niet. Ik zie nog wel mogelijkheden om meer met zorg te doen en met educatie. En in onze schuur is ruimte genoeg voor workshops en evenementen.” Van huis uit is Martha bedrijfskundige. En hoewel ze al veel eerder een groentetuin had, is ze relatief nieuw in het tuindersvak, maar niet bang voor een experiment. “Ik heb ook eigenlijk niet veel rondgekeken bij andere tuinderijen, ik zie het als een zoektocht van ‘trial and error’. Ik kijk en luister veel naar John Kempf, Gabe Brown en Marc Shepard over regeneratieve landbouw. Maar die benaderen het op zo’n andere schaal, dat je het uiteindelijk toch zelf moet uitvinden.”

Kim, Mik en Sip

Met een tweede cirkel met nog meer zonnebloemen, dahlia’s, cosmea’s en andere bloemen voegde Martha dit seizoen een extra pluktuin toe. Nog meer kleur en vrolijkheid waar ook passanten boeketjes uit mogen samenstellen.

Aan de andere kant van de tuin hebben de varkens Kim, Mik en Sip – ten naam gesteld toen dochter Fenna net de eerste letters leerde – in hun weitje gezelschap van koekalf Noa, dat als zorgenkalfje met ondergewicht op de tuin terecht kwam. Samen produceren ze onmisbare mest voor de tuin. Maar ze zijn ook een belangrijke gezelligheidsfactor voor bezoekers. “De meeste van onze leden hebben een passie voor eten en vinden duurzaamheid belangrijk. Gemiddeld gaat de helft van de leden voor gezonde groente en de helft voor het ‘mienskipsideaal’. Vaak starten mensen vol goede moed als lid, maar dan moeten ze nog wel komen oogsten. Door recepten te delen en evenementen te organiseren betrekken we leden meer bij de tuin. Een groep van tien  leden komt geregeld helpen. Voor hen is regeneratieve landbouw iets heel nieuws en ze kennen de basisprincipes daarachter niet. Maar ze willen het allemaal graag leren.”

Kennismaken met de andere tuinders? Ga terug naar het overzicht.

Ervaringsverhalen